Deze expositie is een ledenexpositie zonder gezamenlijk thema. Acht kunstenaars hebben zich hiervoor ingeschreven. Elke kunstenaar laat zijn/haar eigen thema zien.
Mary Hendriks: In mijn schilderijen voel ik me altijd aangetrokken tot kleur. Dat heb ik uit mijn periode dat ik in Afrika heb gewerkt. Daar waren de kleuren namelijk overweldigend, die kleuren laten je nooit meer los en die explosie van kleuren pas ik toe in mijn landschappen. Ik ben net in Canada geweest en heb daar weer mezelf kunnen uitleven op de landschappen. Er zijn hiervan twee te zien. Geïnspireerd door Gustave Klimt ben ik ook aan de gang gegaan met bladgoud. Ik heb een paar schilderijen in deze expositie met bladgoud bewerkt. Het is een impressie van de Hooglandsche kerk, ik kreeg een lintje en dat ontroerde me zo dat ik mijn eigen gevoel er in. heb gelegd. Zo kleurrijk is die kerk in het echt niet maar ik beleefde dat wel zo.
(Klik op de foto om de hele afbeelding te zien)






Thea Huiberts: Het thema van mijn expositie is: Langs de zomerdijk.
De etsen zijn gemaakt op een zinkplaat en daarna afgedrukt. Ik werk graag met kleur. De Cyanotype is een fotografietechniek uit de 18e eeuw. Ze worden ontwikkeld met zonlicht




Karaneh Hadad: Als er een diep verdriet komt, zal het de wereld van de vrouw donker maken en het licht en de kleur uit haar gezicht wegnemen. Omdat vrouwen geweldige scheppers zijn geloof ik dat we de kracht hebben om de pijn te veranderen in schoonheid en glorie. mijn poging in deze collectie is om de duisternis in kleuren te veranderen om vreugde uit pijn te halen, om te laten zien dat wij vrouwen door de duisternis kunnen bloeien en weer kunnen opstaan.


Celine Michel: De werken die ik exposeer zijn nieuw! Ze hebben dit keer twee concepten. Het concept wat ik de laatste twaalf jaar had is vrolijk Afrika. Hiervan zijn nu twee portretten te zien. Omdat ik in september op de academie in Haarlem iets nieuws wilde doen is daar het concept natuurlijk, beweeglijk uit voortgekomen. Vier werken zijn daar nu een verwerking van. Je mag zelf interpreteren wat je er in ziet. De dromerige elfen en dans figuren waren heerlijk om met losse pols te schilderen. Dat is wat ik leuk vind, mijn skills om realistisch te schilderen nu om te zetten in rake toetsen en met grove verfstreken werken geeft mij een nieuwe energie. Hopelijk jullie ook!




Sylvia Nieuwenburg: Is nu bijna alweer een jaar lid van de Leidsche Mondialen en staat daar vooral bekend om haar werk gemaakt van verschillende ,materialen, met een cartoonachtige uitstraling. Deze expositie heeft ze er voor gekozen naast haar bekende werk/handtekening ook te laten zien dat een deel van haar werk een andere kant heeft.Dus deze keer ook twee grotere werken van klei, gestookt op 1020 graden, verder onbewerkt, omdat zij bij dit werk juist kiest voor de kunst van het weglaten. Vooral goed te zien bij de dame met kap. Juist omdat het compleet het tegenovergestelde is van haar “normale” werk, is het voor haar een uitdaging om dit op te zoeken.




Sanne Bavelaar: Het vierluik ’tis de Natuur: Het vierluik gaat over de vergankelijkheid van het leven. Voor dit werk heb ik gebruik gemaakt van pompoenen. De pompoenen staan hierbij symbool voor ons: de mens. De stillevens zijn geschilderd vanuit de werkelijkheid. 1. De ledenvergadering; De leden zitten in een kring bijeen. Ze bespreken de ouderdom en discussiëren wat ze kunnen doen tegen het ‘ouder worden’. Naar aanleiding van de huidige ’trend’ om het ouder worden tegen te gaan vond ik dit een mooi uitgangspunt om te schilderen. 2. De inspectie; de leden zien onder ogen dat het uiterlijk van enkele leden onderhevig is aan verandering. 3. Het besef; De leden beseffen dat de verandering niet alleen gevolgen heeft voor het uiterlijk. Er is iets onomkeerbaars aan de hand. Het rottingsproces. Het besef is er… 4. Het laatste woord; Er is duidelijk geworden dat de natuur toch het laatste woord heeft. Er valt niet te ontkomen aan het natuurlijk proces.


Caroline Stroeks: schildert in de Japanse semi-e techniek met inkt op rijstpapier. Het papier laat de inkt makkelijk vloeien en stat verbetering van de lijn niet toe. Dat vraagt de nodige flexibiliteit. Het wit van het papier heeft ook een belangrijke rol en “minder is meer” gaat hier dan ook zeker op. De natuur is de belangrijkste inspiratiebron voor haar semi-e. Enkele werken in deze tentoonstelling zijn daarnaast gebaseerd op haiku van de Japanse haikudichter Matsuo Bashō.


Annelies Witjens: Met epoxy als medium creëert ze kleurrijke sieraden die functioneren als draagbare sculpturen. Transparant, tactiel en gelaagd: elk werk vangt het spel van licht en beweging. Haar collectie beweegt tussen designobject en amulet en nodigt uit tot verwondering èn aanraking.

