Frans Willems
Frans Willems (1949) is een man met humor, dat bleek snel toen ik (Gerben Ferwerda) hem sprak. Hij is een man van contrasten: dat komt naar voren in zijn levensvisie maar ook in zijn manier van schilderen. En schilderen kan hij. Hij zet heel fraaie portretten op het doek.
Kijk maar naar zijn schilderij van Charles Bronson, van Mel Gibson (Braveheart) en naar het portret van Maxima.
Zijn humor laat hij zien in de anekdotes die hij vertelt. Ik geef er twee, die ook wel tekenend zijn voor zijn leven. De eerste gaat over de appel die ineens weg was. Frans werkte een tijd bij het bedrijf Rotogravure in Leiden. Nadat hij even een wandeling deed in de pauze was zijn appel verdwenen, die hij bij zijn twaalfuurtje wilde opeten. Later kwam zijn manager naar het toe. “Frans, waarom ben je niet aan werk?” “Ik ga werken als ik mijn appel terug heb” antwoordde hij. Want hij vond het een daad van oneerlijkheid, iets waar hij niet mee wilde dealen. Nog later kwam de manager weer. “Frans, waarom werk je niet?” “Ik zie mijn appel nog steeds niet” antwoordde Frans. En zo ging dat nog een paar keer door, tot de manager zei, ga dan maar naar huis. Frans hield er een vrije middag aan over, omdat zijn manager en de directeur er ook om konden lachen. De volgende dag kwam Frans op zijn werk, en daar lag een appel op hem te wachten. Het tekent hem, die eerlijkheid die hij zelf laat zien en die hij ook van anderen verwacht.
De tweede anekdote gaat over de start van de schildercarrière van Frans. Hij was met zijn vrouw op bezoek bij zijn schoonouders. Zijn schoonvader had een vrij groot schilderij hangen, en vroeg aan Frans wat die ervan vond. Die keek ernaar en zei: “Dat kan ik ook”. Zijn schoonvader begon onbedaarlijk te lachen, maar Frans dacht, ik zal een voorbeeld geven en kocht verf en penselen. Hij gaf hem een paar maanden later op zijn verjaardag een portret van zijn dochters. Het was het eerste schilderij dat Frans maakte, en het ontroerde zijn schoonvader enorm, zo goed was het getroffen.
Frans Willems is als schilder een self- made man. Hij heeft wel een grote steun gehad aan het werk dat hij deed bij het eerdergenoemde bedrijf Rotogravure, waar hij belast was met het retoucheren en behandelen van foto’s en negatieven. Daar ontdekte hij zijn vaste hand, en zijn vaardigheid met penselen. “We konden in die tijd een foto van Beatrix zo bewerken dat ze in haar blootje stond” vertelt Frans. Ook zijn oog voor details en voor kleur oefende hij in zijn baan bij Rotogravure, een beroemd Leids bedrijf dat in 1913 werd opgericht en helaas in 1972 de deuren moest sluiten.
Hoe kan je de stijl van Frans’schilderwerk het beste omschrijven? Hij is uniek binnen de Leidse mondialen, in de manier waarop hij mensen, taferelen en landschappen afbeeldt. Hij is wars van abstract schilderen. Hij kan daar op hartgrondige manier op afgeven, en ik snap hem goed. Frans laat goed zien wat hij wil vertellen, en gebruikt kleur en detail om dat te doen. Hij leunt tegen het hyperrealisme aan, en tegelijk heeft zijn werk ook iets surrealistisch, zoals het werk van Salvador Dali.
Nog meer is het magisch realistisch, zoals Carel Willink schildert. Zie bovenstaand schilderij met als titel: Ode aan de vrouw. Ook bij zijn portretten is dat het geval: hij beeldt een persoon af (vaak vrouwen omdat hij schoonheid bewondert), vaak ook een bekend persoon of iemand uit zijn omgeving, hij doet dat met fijne details en met mooi contrast, maar tegelijk geeft hij iets extra’s mee waardoor het nog meer boeit. In een aantal van de schilderijen van Frans komt dat magisch realisme ook naar voren door zijn onderwerpkeuze.
Dat zijn de schilderijen die hij metafysisch noemt.
De vrouw heet Atla en neemt de plaats in van Atlas uit de Griekse mythologie want niet de man draagt de wereld maar de vrouw.
In gesprek met Frans komt naar voren dat in de metafysische schilderijen zijn levensvisie naar voren komt. Hij is erg geïnspireerd door het gedachtengoed van Jozef Rulof, een boerenjongen uit ’s Heerenberg die zich als een belangrijke denker uit de 20e eeuw ontwikkelde. Jozef heeft vele boeken heeft geschreven over hoe de mensheid en de maatschappij in elkaar zitten, hoe de geschiedenis bezien moet worden en hoe ook mensen van deze tijd zouden moeten leven. Jozef Rulof was een medium, die contact had met belangrijke schilders en schrijvers die via hem hun invloed lieten gelden. Hij schilderde via de bekende schilder Antoon van Dijck uit de gouden eeuw, en deed dat ook voor een zaal met publiek. Hoewel ik natuurlijk slechts oppervlakkig van Jozef Rulof kennis heb genomen vind ik het zeker boeiend, en leer Frans op die manier beter kennen. De gedachte is dat de mens niet sterft, maar steeds verder leeft. En dat iedereen in het vervolg op zijn of haar leven verantwoording moet afleggen over de zaken die gepasseerd zijn. Frans kan er heel nog veel meer over vertellen, op onderhoudende manier. Zijn metafysische schilderijen vertellen een verhaal waarin de mens op een symbolische wijze in een wereld wordt neergezet, het zijn schilderijen waar je langer naar kan kijken.
Hij geeft een bekende plek in Nederland op een precieze manier weer, waar toch gevoel in zit en waar hij zijn visie neerzet.
Frans Willems heeft ook (soms op verzoek) motoren geschilderd.
Thuis en bij anderen heeft hij wanden en objecten beschilderd.
Hoe is Frans bij de Mondialen terecht gekomen? Hij was één van de eerste leden van het genootschap, en dat kwam door zijn vriendschap met Dick Bakhuizen van den Brink. Want ik ben nog iets vergeten, schilderen is niet de enige passie die Frans heeft, even groot is zijn passie voor muziek, met name hardrock. Hij heeft een aantal fraaie gitaren thuis staan, waaronder een fraaie twaalfsnarige. Hij zat in een hardrock band die in Leiden furore maakte en zo had hij een aantal gemeenschappelijke vrienden met Dick, op de Zoeterwoudse weg kwamen ze bij elkaar om te drinken en muziek te luisteren. Toen Dick de Leidse Mondialen oprichtte, rond 2010, vroeg hij Frans om lid te worden, en die zag daar wel iets in: een platform waar je andere schilders en kunstenaars ontmoet, en gezamenlijk exposities organiseert.
Frans schilderde tot dat moment meer in de stilte, maar ook zijn vrouw vond dat hij meer de openbaarheid moest zoeken, hoewel Frans daar eigenlijk niet zoveel om geeft: hij is niet echt ambitieus: schildert voor zichzelf.
De toekomst? Door de kanker die hij kreeg en de operatie die daarop volgde was Frans uit de running, als het om schilderen ging. Maar hij is van plan om die draad weer op te pakken, zeker als het erom gaat om zijn levensvisie uit te beelden, om metafysisch werk te maken. We zijn benieuwd en verwachten er veel van!