Wat een feest

Wat een feest, het afgelopen weekend. De Rembrandt Dagen trokken aan ons voorbij en dat hebben de Leidsche Mondialen geweten. Een drukte van belang in de Stadstimmerwerf met ruim duizend bezoekers. Met in de Stadstimmerwerf cartoonist Maarten Wolterink, die vele cartoons maakte onder het toeziend oog van de vele bezoekers. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de drukte op het Kort Galgewater, waar de kunstmarkt zich mocht verblijden met vele duizenden voorbijgangers.

Maar het begon allemaal op zaterdag, toen de klok twaalf keer sloeg. Een grote schare had zich bij het beeld van Rembrandt verzameld om getuige te zijn van de opening van de Rembrandt Dagen. De Rembrandt Troubadours stonden daar al uit volle borst oud-Hollandse liedjes te zingen. Waarna voorzitter Ton Kohlbeck het woord nam en aan zijn speech begon. Plots stapte er echter een vreemde man naar voren. Verdorie, het was Frans Banninck Cocq, de burgemeester van Amsterdam en de kapitein van de schutterscompagnie op de Nachtwacht. Er ontstond even een twistgesprek tussen beide heren of Rembrandt nu Amsterdammer of Leidenaar was.

Gelukkig kwam een andere man uit het publiek tussenbeide. Een schilder en warempel, het was Rembrandt zelve. Die op plechtige toon verklaarde dat hij geboren en getogen Leidenaar was en dat altijd zou blijven. Daarmee was het pleit beslecht en konden de heren de opening verrichten. Een fraaie bloembak werd onthuld door een Leidse vlag weg te trekken. Samen met een jonge knaap, die vermoedelijk geen idee had wie deze belangrijke heren waren.

En daarmee waren de Rembrandt Dagen geopend.